Praten, luisteren, kijken, leren
Praten, luisteren, kijken, leren
Op de Haagse basisschool De Buutplaats worden taalachterstanden ambitieus aangepakt: in het project BuutTaal, een taalontwikkelingsklas, krijgen kleuters intensieve ondersteuning. ‘De kleine setting van BuutTaal helpt om kinderen uit hun schulp te laten kruipen.’
Het is waterkoud op deze februariochtend. Terwijl kleuters van basisschool De Buutplaats zich warm rennen op het schoolplein, staan hun drie begeleiders bij elkaar met een warme kop koffie of thee. Leerkracht Najia Baro, logopedist Anuschka van Deth en ambulant begeleider Nienke Imbos zijn de drijvende krachten achter BuutTaal, een pilot waarbij kleuters met een taalachterstand twee ochtenden per week intensieve begeleiding krijgen.
Geen overbodige luxe op deze basisschool op steenworp van de Haagse Markt, waar veel kinderen een migratieachtergrond hebben en tweetalig worden opgevoed. Laurentius (het bestuur van de school), Stichting VierTaal (dat onderwijs verzorgt voor kinderen met een auditieve of communicatieve beperking) en SPPOH hebben de handen ineen geslagen om iets aan de taalachterstanden te doen.
Behoorlijke achterstand
‘We zijn in september begonnen’, vertelt Anuschka. ‘Op basis van een eerste selectie door de leerkrachten en vervolgens observaties en logopedisch onderzoek door de ambulant begeleider en logopedist zijn we tot een groep van tien kinderen gekomen die extra hulp nodig hebben. We spreken echt over een behoorlijke achterstand. Kinderen kunnen niet de juiste woorden vinden om zich uit te drukken. Soms wil een kind niet praten, ook dat komt voor. Maar het gaat niet alleen over taal, ook over communicatieve vaardigheden. Bijvoorbeeld dat je elkaar aankijkt als je met elkaar praat.’
De kleine setting van BuutTaal helpt om kinderen uit hun schulp te laten kruipen, merkt Najia. ‘In onze kleine, veilige groep durven kinderen zich veel makkelijker te uiten. Wat helpt is dat we met vaste thema’s werken, op dit moment is dat het thema wonen. Door in een kleine groep over een herkenbaar onderwerp te praten, helpen we ze hun zelfvertrouwen te vergroten. Taal, communicatie, zelfvertrouwen… het heeft allemaal met elkaar te maken.’
Memory
De bel gaat. Tijd om naar het speciale BuutTaal-lokaal te gaan, waar Najia, Anuschka en Nienke met de kinderen aan de slag gaan. Ze doen een circuit. ‘Het circuit is zorgvuldig opgebouwd’, zegt Nienke, ‘en altijd gekoppeld aan het aangeboden thema. We bieden drie visueel ondersteunende activiteiten van elk tien minuten aan. In de eerste week van elk thema worden de woorden passief geoefend, de tweede week actief en de derde week vindt er verdieping plaats, waarbij de leerlingen leren zich te uiten volgens een vaste structuur.’
Vandaag staat het spel memory op het programma van het circuit. Nienke: ‘Als we naar boven gaan, gaan we de trap…’
‘Op!’ zegt leerling Asmin.
Daarna pakt Nienke een andere memory-kaartje. ‘Wat is dit?’
‘De schilderij’, zegt Ikra. Maar bij het plaatje van een dekbed moet ze het antwoord schuldig blijven.
De ouders zijn enthousiast over BuutTaal, vertelt Najia, terwijl ze de kinderen begeleidt bij het knutselen. ‘We zijn vanaf september bezig en zij zien ook dat hun kinderen zich al veel beter kunnen uitdrukken. Er is zelfs al één kind uitgestroomd omdat er geen achterstand meer was. Dat is natuurlijk heel fijn.’
Inclusief onderwijs
Toch zijn er ook leerlingen waarbij niet of nauwelijks verbetering waarneembaar is, maar ook dat ziet Najia als winst. ‘Dat is ook inzicht. Dan gaan we in gesprek met de ouders om te bespreken hoe we deze kinderen op een andere manier kunnen ondersteunen.’
‘In het kader van inclusief onderwijs is dit een heel mooi project’, vult Anuschka aan. ‘Door vroeg en intensief met ze aan de slag te gaan, hopen we ervoor te zorgen dat kinderen zich zoveel mogelijk op hun eigen school en in hun eigen buurt kunnen ontwikkelen.’
IB’er Krystle Kautz heeft het concept van BuutTaal samen met Stichting VierTaal en SPPOH ontwikkeld. ‘Het is een pilot, dus we moeten ervan leren, maar we zien nu al hele mooie dingen gebeuren’, zegt ze. ‘Het is mooi om te zien dat het stáát. Nu komen we in de volgende fase, waarin we bijvoorbeeld gaan bekijken hoe we de effectiviteit beter kunnen meten en hoe de betrokken professionals van elkaar kunnen leren. Maar het begin van BuutTaal is veelbelovend.’